Op 19 mei 2022 staat onderstaand artikel van kinderrechter Marieke Engberts in de Volkskrant.
Kinderrechters gaan alleen akkoord met een uithuisplaatsing als sprake is van een onveilige opvoedsituatie. Financiële problemen zijn dan nog de minste zorg, zo leert de ervaring.

Lang heb ik geaarzeld om deze brief te schijven, want rechters spreken immers door hun uitspraken en niet door ingezonden stukken. Het debat dat de laatste weken in de media en in de politiek wordt gevoerd, getuigt echter van een zodanig tenenkrommende eenzijdigheid en onkunde dat enig weerwoord noodzakelijk is.
Als kinderrechter heb ik vele machtigingen tot uithuisplaatsing afgegeven (overigens heb ik die ook wel geweigerd), maar nog nooit heb ik een machtiging afgegeven vanwege een belastingschuld of een conflict met de Belastingdienst. Nog nooit heb ik het woord toeslagenouder of toeslagenaffaire gelezen in een dossier, dus ik heb geen idee of er onder de kinderen die met mijn machtiging uit huis zijn geplaatst, kinderen zitten van ouders die slachtoffer zijn van de toeslagenaffaire. En eerlijk gezegd, vind ik dat ook niet zo van belang.
Huiselijk geweld
Kinderen worden immers alleen uit huis geplaatst als dit noodzakelijk is in het belang van hun verzorging en opvoeding. Doorgaans is sprake van een onveilige opvoedsituatie, veroorzaakt door psychiatrische of persoonlijkheidsproblematiek, zwakbegaafdheid, complexe relatieproblemen of echtscheidingsstrijd, verslavingen, huiselijk geweld of een combinatie van deze factoren. En ja, soms zijn er ook financiële problemen, maar dat is wel de minste zorg.
Voordat tot een uithuisplaatsing wordt overgegaan is er – acute situaties daargelaten – al van alles geprobeerd om de onveilige opvoedsituatie weer op een enigszins acceptabel niveau te krijgen. Pas als dit niet tot voldoende resultaat leidt, wordt een kind uit huis geplaatst. Een uithuisplaatsing is altijd zeer ingrijpend voor een kind, maar soms is het echt onvermijdelijk om verdere beschadigingen bij het kind te voorkomen en te kunnen gaan werken aan herstel.
Opvoedperspectief
Bovendien wordt altijd na een uithuisplaatsing gekeken onder welke voorwaarden het kind teruggeplaatst kan worden. Ieder kind heeft er immers recht op te kunnen opgroeien bij zijn eigen ouders, als dit mogelijk is. Soms kunnen kinderen al na relatief korte tijd worden teruggeplaatst. Soms is al snel duidelijk dat het opvoedperspectief van het kind niet meer bij de ouders ligt, soms blijkt dit pas na wat langere tijd. En op een gegeven moment komt de zogenoemde aanvaardbare termijn (waarbinnen kinderen nog terug mogen naar het gezin, red.) in beeld. Deze termijn – een half jaar voor kinderen tot 5 jaar en een jaar voor kinderen vanaf 5 jaar – is overigens nooit meer geweest dan een zeer globale richtlijn.
Kinderen van slachtoffers van de toeslagenaffaire hebben recht op dezelfde bescherming als elk ander kind. Ook zij hebben recht op ingrijpen van de jeugdbescherming als hun ouders niet meer in staat zijn hun een veilig opvoedklimaat te bieden. Het gaat hierbij niet om schuld of onschuld van die ouders. Het gaat bijna nooit om verwijtbaarheid. Er is bijna altijd sprake van onmacht.
Stress
Uiteraard kunnen structurele financiële problemen, hoe die ook zijn ontstaan, stress veroorzaken. Ouders kunnen door die problemen zo in beslag worden genomen dat zij emotioneel onvoldoende beschikbaar zijn voor hun kinderen en niet meer responsief en sensitief op hen kunnen reageren. Daar kunnen die ouders niets aan doen, maar dit is wel beschadigend voor hun kinderen. Als hulpverlening dan onvoldoende oplevert, is een uithuisplaatsing soms niet te voorkomen.
Het beeld dat kinderen van toeslagenouders onterecht uit huis zijn geplaatst en/of ten onrechte niet zijn teruggeplaatst is onjuist en ongenuanceerd.
De toeslagenaffaire staat overigens los van de problemen in de jeugdzorg. Ja, er zijn problemen, door wachtlijsten, bureaucratie, personeelstekorten en een gebrek aan middelen, maar die problemen kunnen de jeugdzorgmedewerkers niet worden verweten. Zij moeten in zeer moeilijke omstandigheden werken aan weerbarstige problemen. De crisis in de jeugdzorg is het gevolg van het overheidsbeleid dat gesanctioneerd is door dezelfde Tweede Kamerleden die nu zo hoog van de toren blazen. Maar dat was met de toeslagenaffaire ook al het geval.
Marieke Engbers is kinderrechter.